ERFGOED VERHALEN |
Vanaf 2012 is er erfgoed aangemeld en op de website geplaatst. U kunt erfgoed met een verhaal aanmelden en reacties op aangemeld erfgoed toevoegen. |
De Dorpskerk van Ouderkerk aan den IJssel is een van de oudste kerken van Zuid-Holland. Het eerste kerkje dateerde uit het begin van de twaalfde eeuw, mogelijk zelfs uit de tiende eeuw. Tot 1425 volgde een periode van afbreken en uitbouwen. Tussen 1425 en 1428 werd de kerk totaal verwoest tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Na die tijd volgde herbouw en uitbreiding met de beide transepten. Rond 1450 kreeg de kerk de huidige vorm: de vorm van een kruis (kruiskerk). In 1661 en 1671 kreeg de kerk ingangen in beide transepten. Tot die tijd had de kerk maar één ingang, namelijk die in de toren.
In - en mogelijk ook buiten de kerk - zijn nog resten aanwezig van funderingen van een vroegere kerk.
Voor de bouw van de kerk is gebruik gemaakt van o.a. tufsteen, eikenhout, het zo bekende IJsselsteentje en leisteen.
Zoals alle oude kerken is deze kerk oorspronkelijk een rooms-katholieke kerk geweest met als naam St. Vincentiuskerk. Namen in de Krimpenerwaard als Cent en Vincent vinden hun oorsprong in de naam van deze heilige.
In de beide transepten waren altaren opgesteld. In het koor van de kerk is nog een eeuwenoude altaarsteen te zien, die te herkennen is aan de vijf kruisjes die erop aangebracht zijn. Kruisjes die heenwijzen naar de wonden die Jezus zijn toegebracht bij Zijn kruisiging op Golgotha. We hebben hier te maken met symboliek en als we de kerk rondgaan, ontdekken we dat veel zaken een symbolische betekenis hebben: er zit een verhaal achter de dingen die we zien. Die symboliek geeft een extra dimensie aan het geheel.
In de middeleeuwen werd de kerk aangedaan door rooms-katholieke gelovigen die op weg waren naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostella. De Dorpskerk van Ouderkerk aan den IJssel lag aan een route naar die plaats.
Van 1508 tot 1576 heeft de Dorpskerk pastoors gehad. Vanaf 1579 werd de kerk gediend door predikanten. De namen van die predikanten zijn te vinden op het predikantenbord in het koor. Elke predikant op het bord heeft zo z’n eigen verhaal. We lichten er een tweetal uit:
George Alexander Lentfrinck (1730 - 1774), die de neiging had om nogal eens lang te preken en dat in een tijd dat dit niet toegestaan was. Hij maakte met de koster de afspraak dat deze bij een te lange preek de klok zou terugdraaien of stilzetten. Uiteraard leidde dit al gauw tot problemen met de kerkenraad.
Jan Gerrit Woelderink (1933 - 1946), die op 20 november 1941 drie zonen verloor toen een bus met veel schoolkinderen erin 's morgens vroeg op weg naar Gouda tijdens mist en duisternis van de dijk reed en in de Hollandsche IJssel terecht kwam. Toen hij bij de lichamen van z’n kinderen stond, die in de schuur van een boerderij waren neergelegd, haalde hij een tekst uit het Bijbelboek Job aan: "De Heere heeft gegeven, en de Heere heeft genomen; de Naam des Heeren zij geloofd!" Indrukwekkend, vindt u niet?
Lange tijd waren Ouderkerk aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Stormpolder kerkelijk één en werd er gekerkt in de Dorpskerk. Vanaf 1866 hadden de leden uit Krimpen aan den IJssel en Stormpolder hun eigen kerk aan de IJsseldijk in die plaats.
Aan dit gezamenlijke kerkelijke verleden herinneren nog de grafzerken van vooraanstaande personen uit Krimpen en Stormpolder in het koor, het Krimpense gemeentewapen boven de noorderingang en het Ouderkerkse boven de zuideringang, de rijk bewerkte herenbank voor de Ouderkerkse bestuurders en de soberdere (en per zitplaats smallere) voor de Krimpense. De bank voor de Ouderkerkse bestuurders is aangebracht tegenover de ingang met het Ouderkerkse wapen en de bank voor de Krimpense bestuurders tegenover de ingang met het Krimpense wapen.
In de kerk is veel te bewonderen. Wat te denken van het zeventiende eeuwse meubilair met prachtig houtsnijwerk, de zeventiende eeuwse koperen kronen, de fraaie koperen lezenaars en de eeuwenoude grafzerken. In veel zaken zien we hand van vaklieden terug.
Laten we vooral niet het indrukwekkende praalgraf van het geslacht Nassau Lalecq vergeten in het koor van de kerk. In dit praalgraf zijn de nakomelingen van Lodewijk van Nassau, een van de bastaardkinderen van Prins Maurits, bijgezet. In totaal zo'n 35 personen.
Het schitterende marmerwerk wijst voor een deel heen naar de posities die veel mannen die in de kelder zijn bijgezet, hebben bekleed in de verschillende Nederlandse legers en heeft voor een deel een symbolische betekenis: verwijzingen naar het leven dat voorbij gaat.
Op allerlei plaatsen in de kerk zijn namen, initialen en jaartallen te vinden van mensen die in het verleden in en aan de kerk gewerkt hebben. We komen ze tegen in het praalgraf, in de orgelkas, in het kruis van de toren, op de balken van de torenspits enzovoorts.
Bij een "rondje kerk" kunnen we niet heen om het uit 1854 daterende Kam-orgel. Het instrument is gebouwd door de Rotterdamse orgelbouwer Willem Hendrik Kam. Het orgel in de Dorpskerk is een van best bewaard gebleven exemplaren van deze orgelbouwer.
Als laatste noemen we de grote luidklok. De luidklok die in de loop van de eeuwen aanleiding was voor het ontstaan van diverse smakelijke verhalen. De luidklok die de Ouderkerkers de bijnaam van "Ouderkerkse klokkendieven" heeft bezorgd.
De oorspronkelijke klok werd in 1943 door de Duitsers gevorderd. De huidige luidklok is in 1949 geschonken door de burgers van Ouderkerk aan den IJssel. In de rand van de klok staat "Uit nood ben ik geboren/ Uit leed en oorlogswee/ Als God mij wil verhoren/ Dan luid ik altijd vree". Bij gunstige weersomstandigheden is de luidklok tot op kilometers afstand te horen.
En, ……… is er bij u al een vonkje of vonk overgesprongen?